Wetsvoorstel adviesrecht gemeente bij schuldenbewind

In het regeerakkoord is bepaald dat gemeente een advies mogen uitbrengen bij een zogenaamd schuldenbewind. Plotseling heeft de wetgever besloten dat bewinden op basis van een lichamelijke en/of geestelijke toestand (zoals bij Reeling het geval is) ook langs gemeente moeten of zij geen ‘beter alternatief’ hebben. De reactie van Reeling op dit wetsvoorstel is als volgt (en geplaatst op www.internetconsultatie.nl/adviesrecht):

Geachte Minister van Rechtsbescherming, geachte heer Dekker,

Dankbaar voor uw aandacht voor de beschermingsmaatregel van bewindvoering, geef ik u het volgende in overweging.

Inleiding

In uw inleiding verwijst u terecht naar het ‘verdiepend onderzoek naar de groep onderbewindgestelden’ van Bureau Bartels, hetgeen in opdracht van SZW is uitgevoerd. Daarin wordt gesteld dat zo’n 85% van de onderbewindgestelden terecht en langdurig in beschermingsbewind zit; de overige hebben kans op succesvolle uitstroom. Als die 85% terecht en langdurig is, waarom moet de instroom dan teruggedrongen worden? Gaat de door u beoogde terugdringing van het beschermingsbewind, dus het risico dat burgers onterecht niet in beschermingsbewind gaan komen, niet tot grotere problemen en daarmee hogere kosten leiden?

Onderzoeksrapport en pilot ‘instroom beschermingsbewind’

In februari 2018 is het onderzoeksrapport ‘samenwerken bij instroom beschermingsbewind’ gepubliceerd door Platform 31 in opdracht van SZW. Reeling Bewindvoerders heeft hieraan meegewerkt omdat de strekking was: ‘samenwerken bij instroom’. In uw wetsvoorstel en de memorie van toelichting wordt verrassend genoeg met geen enkel woord gerept over samenwerking met bewindvoerders. Wie behartigt eigenlijk de belangen namens die 242.000 burgers in beschermingsbewind en de 2.000 bewindvoerderskantoren die het land rijk is? Het wetsvoorstel ademt vooral de belangen van VNG uit waarbij de burgers met een bewindvoerder als te hoge kostenpost worden gezien. Bovendien wordt in het wetsvoorstel nagelaten te belichten welke kosten de gemeentes gaan maken voor de alternatieve dienstverlening. Zijn deze kosten aanzienlijk lager dan de kosten voor beschermingsbewind? Of is het afdoende dat alternatieve dienstverlening niet uit de bijzondere bijstandspost wordt betaald?

Na de publicatie van het rapport is een pilot in Tilburg gestart en worden de kaders voor de combinatiepilot van Eindhoven en ’s-Hertogenbosch gesteld. Opnieuw is Reeling Bewindvoerders hier nauw bij betrokken. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend, die volgen waarschijnlijk ergens tussen december 2018 en begin 2019. Waarom is juist nu de internetconsultatie gestart? Was het niet logischer om de pilotresultaten af te wachten en te evalueren, de evaluatie van de wetswijziging van bewind eind 2018 te bestuderen, daarna de concept-wettekst rondom het adviesrecht te schrijven en dan over te gaan tot internetconsultatie? Is de ongelukkige timing in het belang van de kwetsbare burger? Wetgeving wordt gemaakt voor burgers en moet hun belangen dienen, niet die van gemeentelijke apparaten en hun begroting voor 2019!

Selectie aan de poort

De gemeentes worden de toegangspoort voor bewinden met schulden, terwijl het een wettelijke maatregel betreft die door een kantonrechter wordt uitgesproken na een deugdelijke en onafhankelijke belangenafweging. Schijnbaar acht u de poortwachtersfunctie van de kantonrechter niet passend of afdoende. Waarom is dat zo?

Heeft de gemeente dezelfde onafhankelijkheid als een rechtbank? We kunnen de onafhankelijkheid van de gemeente in twijfel trekken wanneer zij tegelijkertijd de petten van uitkeringsinstantie, incasseerder van heffingen, geldverstrekker bij sociale leningen, schuldeiser, schuldhulpverlener, jeugdwerker, bewindvoerder/budgetbeheerder, (in)direct welzijnswerker, gedeeltelijke financierder van het beschermingsbewind en nu ook nog de pet van poortwachter tot het beschermingsbewind gaat dragen.

De gemeentelijke poortwachtersfunctie voor burgers met schulden is in algemene zin niet succesvol gebleken. De Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening (WGS) is in 2012 ingevoerd en in vrijwel alle opvolgende jaren is het aantal mensen met schulden fors gestegen (conform uw MvT), is het aantal schuldeisers per schuldenaar gestegen en is het schuldsaldo per schuldeiser gestegen. Jaar na jaar. In diezelfde jaren is het aantal schuldenaren dat toegelaten wordt tot de WSNP drastisch gedaald. Staan de aanstaande cliënten voor beschermingsbewind dezelfde malaise te wachten als gemeentes de poortwachtersfunctie gaan bekleden?

De dramatische feiten rondom schulden kan ik niet rijmen met een gedegen gemeentelijke poortwachtersfunctie in de WGS. Op basis waarvan verwacht de wetgever dat diezelfde (on)afhankelijke gemeente nu een goede poortwachter wordt voor beschermingsbewindvoering? Of wordt de poortwachtersfunctie goed vervuld wanneer de directe kosten van bewindvoering dalen terwijl elders de kosten harder stijgen? Wat zijn de kwalificaties van een goed advies en alternatieve dienstverlening? Gaan gemeentelijke schuldhulpverleners of vrijwilligers de 25.000 aanvragen per jaar bestuderen en is dat een vooruitgang ten opzichte van de huidige situatie waarbij een kantonrechter en een professionele bewindvoerder zich buigen over de vraagstelling van de burger? In het kader van ‘Wij van WC-eend adviseren WC-eend’: mag een gemeente zichzelf of hun gecontracteerde partner voor beschermingsbewind adviseren? Vervolgens wordt er in het wetsvoorstel als klap op de vuurpijl nog aangegeven dat het advies van de gemeente geen besluit is in de zin van de Awb. Kan een burger dus geen bezwaar maken tegen het gemeentelijk advies voordat de kantonrechter uitspraak heeft gedaan en er een lang traject van hoger beroep volgt waarvoor – u raadt het al – de gemeente veelal de griffie- en advocaatkosten moet vergoeden vanuit de bijzondere bijstand?

Schrap lid 4: cliënten met een geestelijke toestand en schulden

In het regeerakkoord wordt niet gesproken over de cliënten met een lichamelijke en/of geestelijke toestand (vaak psychosociale problemen of verstandelijke beperking). Nee, enkel over schuldenbewind; dus zonder toestand. Plotseling wordt lid 4 in de wet gefietst zonder in de MvT daar noemenswaardige aandacht aan te schenken. De impact van lid 4 wordt daarmee volledig onderschat!

Wat blijkt uit lid 4? Cliënten met schulden en psychosociale problemen of een verstandelijke beperking moeten een advies halen bij de gemeente. Het merendeel van deze burgers heeft een zorgindicatie en de schulden zijn symptomen van hun geestelijke toestand. Deze burgers verblijven veelal in een zorginstelling en zijn niet gebaat bij een vrijblijvende en niet op deze doelgroep gespecialiseerde gemeentelijke dienstverlening die onvoldoende bescherming biedt. Dit zijn volwassen burgers met schizofrenie, met dementie of met een verstandelijk niveau van een 3-jarige. Dit zijn ouderen die financieel worden uitgebuit door mensen uit hun netwerk en in schulden geraken. Dit zijn kwetsbare burgers die veelal geen gebruik kunnen maken van de gemeentelijke bijzondere bijstandspot (doordat zij draagkracht en/of vermogen hebben) en die vanwege hun toestand niet in staat zijn om naar de gemeente te gaan! Niet voor niets stelt de kantonrechter in de Tilburgse pilot dergelijke cliënten onder bewind zonder dat zij langs de gemeente hoeven. Waarom is lid 4 buiten het regeerakkoord gehouden, maar wel in het wetsvoorstel gekomen? Welk doel treft lid 4 en hoe staat dit doel in verhouding tot de additionele werklast van twee overvraagde overheidsorganen? Heeft u de belangenverenigingen van de kwetsbare burgers, zoals bijvoorbeeld GGZ Nederland of Sien, geraadpleegd?

Mocht u – in tegenstelling tot mij – toch meerwaarde zien in lid 4, wat worden dan de uitsluitingsgronden? Welke meerwaarde biedt een gemeentelijk advies terwijl flankerende specialistische hulpverlening reeds betrokken is en bewindvoering adviseert? Na 20 jaar in de sector werkzaam te zijn adviseer ik u dringend lid 4 volledig te schrappen.

Lees het volledige artikel op mijn linkedin-pagina of op de internetconsultatie.

Tot slot

Al jaren wordt de discussie gevoerd dat de bewindvoerderskosten voor gemeentes zo hard stijgen. Waarom kijkt u niet in breed perspectief naar de oorzaken? Of waarom kijkt u niet naar een ander financieringsstelsel waarbij de uitvoeringskosten veel lager kunnen zijn (conform WSNP of advocatuur via de Raad voor de Rechtsbijstand)? Of waarom kijkt u niet naar de maatschappelijke baten van bewind? Ik hoop dat u het wetsvoorstel concretiseert en het overbodige lid 4 schrapt. Tenslotte nodig ik u van harte uit om een dag met mij mee te lopen en dat we met elkaar naar een brede toekomstbestendige aanpak van de problematiek kunnen toewerken.

Hoogachtend,

Bram van Vegchel, directeur Reeling Bewindvoerders